Waarom-vragen zijn geen goede onderzoekbare vragen. Geen omschrijving van variabelen, ze vragen om informatie of verklaringen. Voorbeelden:
- Waarom zien we een schaduw?
- Waarom zit er gist in brood?
Ja/neen-vragen zijn evenmin goede onderzoekbare vragen.
Wat … als … -vragen zijn daarentegen wel goede onderzoekbare vragen. Ze zetten aan tot actie. Voorbeelden:
- Wat gebeurt er als we verder van de lichtbron gaan staan?
- Wat gebeurt er als we geen gist toevoegen aan brood?
Dit heeft een invloed op het plannen van de kinderen; variatie van onafhankelijke variabele! (zie systematisch onderzoeken)
Hoe-vragen zetten aan tot actie die zowel denken als doen impliceert. Voorbeelden:
- Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de schaduw groter wordt?
- Hoe kan je de knikker in het blauwe vakje laten terecht komen?
(Delanghe & Van Houte, 2014), (Van de Keere & Vervaet, 2013)